AANBOD

Vloeiendheidsstoornissen

Hoe onderscheid je stotteren of broddelen van normale onvloeiendheden?

Broddelen is evenals stotteren een vloeiendheidsstoornis in het spreken. Bij stotteren zijn er onvrijwillige onderbrekingen in de vloeiendheid van de spraak. Zij ondervinden het gevoel van controleverlies. Bij broddelen is er sprake van snelle en onverstaanbare spraak.

Stotteren

Stotteren is een spraakstoornis waarbij het vloeiende verloop van de spraak gestoord is en kenmerkt zich door herhalingen, verlengingen of blokkades. Daarnaast kunnen bij het stotteren begeleidende symptomen voorkomen zoals meebewegingen van het gezicht en spanning. Naast deze zichtbare en hoorbare symptomen zijn er ook verborgen symptomen. Deze kunnen we het best vermijden door een zo vroeg mogelijke signalering en behandeling.

Ieder kind struikelt wel eens over zijn woorden. Tussen het tweede en vijfde levensjaar is de spraak- en taalontwikkeling in volle ontwikkeling. Stotteren begint meestal bij kinderen tussen de 2 en 6 jaar, en komt meer voor bij jongens dan bij meisjes en is vaak genetisch.

Bij uitzondering kan iemand op latere leeftijd beginnen stotteren. De aanleiding hiervoor kan vaak gevonden worden in een plotseling optredend trauma of na hersenschade.

Maak je je ongerust over de haperingen bij uw kind? Aarzel niet vrijblijvend contact op te nemen of de screeningslijst voor stotteren (SLS) in te vullen (link)

Broddelen

Broddelen is een stoornis in het spreken. Je herkent het aan de niet-vloeiende of aritmische, moeilijk verstaanbare spraak. Opvallend zijn de slappe uitspraak en een hoog spreektempo, het ineenschuiven van woorden (bijvoorbeeld ‘tevisie’ in plaats van ‘televisie’). Ook stopwoorden, snelle woordherhalingen en klankherhalingen zijn signalen van broddelen. Het moeilijk formuleren van gedachten kan ook voorkomen bij het schrijven. Een verschil met stotteren is dat de persoon die broddelt zijn herhalingen en onduidelijkheden in het spreken niet opmerkt, iemand dat stottert merkt dit (meestal) wel op.

Elke persoon is uniek, ook hun spraak en emoties. De behandeling is dan ook telkens anders en aangepast aan de noden van de cliënt en de omgeving. Gezien vloeiendheidsstoornissen een grote impact hebben op de gehele leefwereld van de cliënt, is er één ouder bij de therapie aanwezig en fungeren zij als co-therapeut in de thuissituatie.

5 communicatietips voor uw kind

  • Praat op een rustige manier met je kind en maak veel pauzes. Als je kind klaar is met een zin, wacht dan een paar tellen voor je zelf weer verder praat. Het vertragen van je eigen spraak werkt beter dan het geven van advies “praat eens rustig”.

  • Stel zo weinig mogelijk vragen, geef eerder commentaar op wat je kind vertelt zodat het weet dat je luistert en geen druk ervaart

  • Gebruik je gezichtsuitdrukking en volledige lichaamstaal om je kind te laten weten dat je luistert naar wàt het kind vertelt, en niet hoe. Je straalt uit dat je kind alle tijd krijgt om de boodschap over te brengen.

  • Plan elke dag een moment in waar je je kind aandacht geeft. Dit rustmoment geeft zelfvertrouwen.

  • leer alle huisgenoten aan om te leren luisteren bij het spreken en het beurt nemen en geven. Vooral kinderen die stotteren praten makkelijker als ze niet steeds worden onderbroken.

5 communicatietips voor uw kind

  • Praat op een rustige manier met je kind en maak veel pauzes. Als je kind klaar is met een zin, wacht dan een paar tellen voor je zelf weer verder praat. Het vertragen van je eigen spraak werkt beter dan het geven van advies “praat eens rustig”.

  • Stel zo weinig mogelijk vragen, geef eerder commentaar op wat je kind vertelt zodat het weet dat je luistert en geen druk ervaart

  • Gebruik je gezichtsuitdrukking en volledige lichaamstaal om je kind te laten weten dat je luistert naar wàt het kind vertelt, en niet hoe. Je straalt uit dat je kind alle tijd krijgt om de boodschap over te brengen.

  • Plan elke dag een moment in waar je je kind aandacht geeft. Dit rustmoment geeft zelfvertrouwen.

  • leer alle huisgenoten aan om te leren luisteren bij het spreken en het beurt nemen en geven. Vooral kinderen die stotteren praten makkelijker als ze niet steeds worden onderbroken.